contact us

Use the form on the right to contact us.

You can edit the text in this area, and change where the contact form on the right submits to, by entering edit mode using the modes on the bottom right.


1033 RC Amsterdam
Netherlands

+31 (0)20 2629913

Beautiful Distress was founded on the concept that there is a great deal of mental suffering, that not enough people are aware of this and that not enough is done to stop it.

The Foundation uses art in an attempt to open up the world of psychiatry and battle the stigma attached to it.

Why art? Beautiful Distress believes that art is pre-eminently capable of articulating and depicting the human condition

Alle Nieuws Items

 

 

Interview met Annaleen Louwes en Wilco Tuinebreijer

Stichting Beautiful Distress

Deze week vertrok Annaleen Louwes op uitnodiging van Beautiful Distress naar New York. Sjifra Herschberg sprak vlak voor haar vertrek met de fotografe en met initiatiefnemer Wilco Tuinebreijer.

Er zit een zekere schoonheid in een gekkenhuis. Daar hou ik van
— Annaleen Louwes

De Nederlandse fotografe en beeldend kunstenaar Annaleen Louwes is vanaf begin september de eerste Artist-in-residence in het Kings County Hospital Center, een psychiatrisch ziekenhuis in Brooklyn, New York. Een prachtig project, waar ze zich op verheugt, zegt Louwes, die half in scherts vertelt dat haar lijfspreuk ‘Rather a bottle in front of me, than a frontal lobotomy’ is. Louwes zit in het ziekenhuis op uitnodiging van de Stichting Beautiful Distress, die kunst wil inzetten om de psychiatrie te emanciperen en het stigma van psychiatrie en patiënten te bestrijden. Een van de initiatiefnemers van Beautiful Distress is Wilco Tuinebreijer, psychiater en eerste geneeskundige bij de GGD Amsterdam. Voor hem stond bij voorbaat vast dat Louwes het spits moest afbijten: ‘Ik ken Annaleen al een tijdje, ik heb haar in Amsterdam aan het werk gezien met psychiatrische patiënten en ik was daar diep van onder de indruk. Zij weet mensen het gevoel te geven dat ze belangrijk zijn, voor de camera en los daarvan. Dat zie je terug in haar werk, werk dat bovendien van heel hoge kwaliteit is. En ze kan communiceren, wat ook voor het contact met verpleging en directie in zo’n pilot heel belangrijk is.’

Rather a bottle in front of me, than a frontal lobotomy
— Annaleen Louwes

Louwes en Tuinebreijer kennen elkaar van eerdere projecten, zo maakten ze samen het fotoboek You can’t nail a Pudding to a Wall, over plekken in de stad waar beslissingen genomen worden over kwetsbare burgers, van de burgemeesterskamer tot de straat en alles daartussen. Die samenwerking was ook voor Louwes aanleiding om meteen ‘ja’ te zeggen op het project in New York: ‘Toen Wilco mij vroeg, wist ik van wie het kwam, als de uitnodiging van een willekeurig ziekenhuis in de VS was gekomen, weet ik niet of ik het gedaan had. Ik heb eerder een Artist-in-residence project gedaan in een psychiatrische inrichting, in Den Dolder, dus ik weet een beetje wat me te wachten staat. Zo’n verblijf in een inrichting heeft alles te maken met het menselijk bestaan, met existentialisme, met overleven. Het gaat mij in de eerste plaats om de mensen, niet om mijn eigen werk. Er zit een zekere schoonheid in een gekkenhuis. Daar hou ik van. Ik ga niet als een verpleegkundige om mensen te helpen. Ik wil op zoek naar die schoonheid, de schoonheid van mensen die er buiten vallen, ergens buiten staan. Natuurlijk kan het heel schrijnend zijn om te zien hoe mensen beschadigd zijn, maar daar draait het uiteindelijk altijd om in de kunst, in films, in theater en ook vaak in mijn werk.’ Het zijn die broosheid en de vergankelijkheid van het bestaan waar Louwes zich op toelegt en juist daarnaar wil ze ook in het ziekenhuis in New York op zoek.

Louwes heeft geen vast omlijnd plan hoe ze te werk wil gaan, integendeel: ‘Ik ben benieuwd mijzelf tegen te komen en ik weet dat dit anders zal zijn dan een psychiatrische inrichting in Nederland. Ik ben niet bang voor een andere omgeving, of dat nou een voetbalclub is of een gevangenis in Albanië. Wel ligt er op mij als Artist-in-residence een druk. Dat is nou eenmaal zo. Maar het zal heel anders zijn dan in Nederland, omdat je in een andere cultuur zit. In je eigen land herken je de sociale verhoudingen, je hoort een accent, ziet een gebaar, je kunt de kleinste details plaatsen, dat kan je daar juist niet. Daarvoor zijn de culturele verschillen veel te groot, maar dat heb je op het eerste gezicht niet meteen door. Je wordt voortdurend op het verkeerde been gezet. En alles speelt zich in een andere taal af. Dat zorgt voor een enorme desoriëntatie, maar juist dat maakt het ook spannend.’ Tuinebreijer bevestigt dat de verschillen enorm zijn. Mede daarom is er ook een steungroep geformeerd van Amerikaanse en Nederlandse kunstenaars in New York die Louwes en haar opvolgers kunnen steunen. Ook Tuinebreijer, die het ziekenhuis inmiddels goed kent, behoort daartoe.

‘De eerste keer dat ik in het Kings County Hospital kwam werd ik overdonderd door de omvang ervan. Ik kwam aanlopen en zag een enorm bizar negentiende-eeuws gebouw, Amerikaanse art-deco in rode  baksteen, groter dan het Amsterdamse Centraal Station en dan tien verdiepingen hoog. En toen ik de hoek omsloeg, zag ik dat het nog vier blokken doorging. Krankzinnig’ Toch heeft dit ziekenhuis nog maar 350 bedden en staat het voor een groot deel leeg, wat het vervreemdingseffect versterkt. Net als in Nederland worden in New York steeds meer mensen ambulant behandeld. Ook daar wordt op de gezondheidszorg flink bezuinigd.

Wilco Tuinebreijer

Wilco Tuinebreijer

Vier jaar is Tuinebreijer bezig geweest om dit project, waarin Beautiful Distress en het ziekenhuis partners zijn, van de grond  te krijgen: ‘Het was niet simpel, het ziekenhuis wou het graag, maar er waren veel obstakels, ongerustheid over de privacy van de patiënten, zorg over juridische consequenties, aansprakelijkheden. praktische bezwaren, cultuurverschillen, te veel om op te noemen.’ Dat het uiteindelijk gelukt is, komt door het doorzettingsvermogen van Tuinebreijer en een aantal mensen in het ziekenhuis die net als hij geloven in de combinatie van psychiatrie en kunst. Voor Tuinebreijer, gespecialiseerd in grotestadspsychiatrie, is die combinatie heel belangrijk, omdat hij ervan overtuigd is dat kunst iets kan veranderen aan de beeldvorming rond waanzin, kan tonen wat de meeste mensen niet zien en zich niet realiseren. Dat is ook het bestaansrecht van Beautiful Distress, dat deze Artists-in-residence programma’s ook in andere landen wil opzetten en nog vele andere projecten voorbereid.

Ook voor Louwes ligt daar de uitdaging: ‘Het lijntje is soms maar ragfijn. Mensen in de stad raken de weg makkelijker kwijt. Kijk maar eens naar de haast en de chaos in een drukke straat, zoals bijvoorbeeld de Haarlemmerdijk in Amsterdam, dat is bijna om gek van te worden. Al die mensen, die ieder een eigen kant opgaan, tegen de richting in fietsen, door elkaar krioelen, die ieder een eigen leven hebben, als je daar bij stil staat, dan zit je al op de rand van de waanzin. En dan is New York nog veel groter, een termietenberg, waar mensen vanuit de ondergrondse naar boven komen, kantoren binnengaan, op straat bewegen en dan aan het einde van de dag weer hun weg terug vinden in dat grote doolhof. Dat is bijna niet te bevatten, terwijl we het dan hebben over ‘normale’ mensen, dit gaat over psychiatrische patiënten.’

Wat ze concreet gaat doen, weet Louwes nog niet. ‘Ik laat het op me af komen, ik weet dat het een aantal weken duurt voor er iets groeit, en dan ineens gebeurt het. Ik wil vooral niet iets herhalen wat ik eerder heb gedaan. Ik wil iets nieuws doen, in reactie op die omgeving, die ik nu nog niet ken. Ik weet nog niet wat er wel kan en wat niet: mag ik gezichten fotograferen, mag ik de gesloten afdeling op, wie bemoeit zich ermee, wie gaat er dwars liggen? Wat ik wel weet, is dat ik verlichting wil brengen. Die mensen zitten hoe dan ook, met of zonder pillen in een overlevingssysteem. Ik wil ze tijdelijk een beetje optillen en daarin laat ik me leiden door wat ik tegenkom. Als dat inhoudt dat we met zijn allen een gang zwart willen schilderen, dan doe ik dat.’

Voor zichzelf heeft Louwes wel een verlanglijstje gemaakt, maar dat geeft ze niet prijs: ‘De ervaring leert dat het toch anders wordt, het is hooguit voor mijzelf achteraf leuk om het te vergelijken. Waar het mij omgaat is dat ik die mensen ook iets geef, ik wil niet alleen maar foto’s nemen en dan weer verdwijnen. Maar het begint allemaal met contact opbouwen, want ik kan alleen iets met wie iets met mij wil.’ Fantasieën heeft Louwes genoeg: ‘Misschien ga ik wel liedjes met ze zingen en Nederlandse les geven, of ga ik een diner organiseren voor de patiënten in het chicste restaurant van de stad, het Waldorf Astoria of zo, gesponsord door de gasten van het Waldorf, iedereen tot in de puntjes verzorgd, zodat je niet meer weet wie wie is. En dan maak ik daar een video van. Ik bedoel maar, alles kan.’

In totaal blijft Louwes drie maanden in het Kings County Hospital Center en ze sleept een karrenvracht aan apparatuur mee. ‘Dat is het enige waar ik een beetje tegenop zie, hier spring ik op de fiets en ga ik naar het fotolab, daar moet ik mijn weg vinden, maar dat hoort er bij.’ En verder: ‘Ik ga de kinderen, een jongen van dertien en een meisje van vijftien, missen, maar zij vinden het leuk dat ik naar een psychiatrisch ziekenhuis in New York ga. Ze groeien op in de grote stad, de gaarkeuken van het Leger des Heils is tegenover ons huis, dus ze zijn vertrouwd met junks en gekte, ze vinden het niet eng, het is voor hen een deel van het echte leven. En zo hoort het ook.’

1 september 2014

Het resultaat van het verblijf van fotografe Annaleen Louwes in het Kings County Hospital Center wordt zowel in New York als in Amsterdam geëxposeerd.